Reviews E

Egg - The Polite Force (1970)

Label: Sunrise Records
Bandsite: -
Duur: 42:43
Reviewer: JoJo
Waardering: @ @ @ @ (uit max. 5 JoJo's)


Als progadept kent u uiteraard de bekende namen uit de Canterbury-scene zoals Caravan, Hatfield and the North, National Health en Soft Machine. Maar ook het minder bekende Egg hoort in deze illustere opsomming thuis. Egg vormde na Uriel de tweede band van Dave Stewart, op een later moment in zijn carrière toetsenspeler bij bijna alle bovengenoemde grote namen. Het etiket 'Canterbury sound' is indertijd bedacht door recensenten en fans om hun eigen gedachten ordenen. Zoals we in Nederland de 'palingsound' kennen, doelend op de muziek die uit Volendam en omstreken komt. Ik heb weleens gelezen dat Pye Hastings van Caravan niet blij was en is met dit etiket. Toch is het niet alleen een ordeningsprincipe maar wat mij betreft bestaat de Canterbury-sound wel degelijk. En dat weet Pye natuurlijk als geen ander. Het valt toch niet te ontkennen dat als we naar genoemde bands luisteren er een duidelijke overeenkomst is waar te nemen in de opbouw van de tracks, de manier van zingen, het typische geluid van het orgel, de produktie en de sfeer die de nummers oproepen. Zo ook bij Egg. Laat mij het horen zonder uitleg en ik zou hebben geraden waar de band vandaan komt. En dat zegt niets over mij, maar wel over de sound van de band. En dan laat ik de verschillende personele vertakkingen en verbindingen die er in de Canterbury-stamboom zitten nog buiten beschouwing.
Egg heeft begin jaren 70 drie albums afgeleverd. Het hier besproken 'The Polite Force' is de tweede. De band laat zich op deze schijf horen als een 'Hatfield and the North avant la lettre', met daaroverheen een jazzy-saus met name veroorzaakt door het gebruik van blazers en de manier van zingen van Mont Campbell. Het album begint overrompelend met 'A Visit to Newport Hospital' dat bestaat uit een stevig thema, afgelost door een rustiger intermezzo met zang en prachtig karakteristiek orgelspel van Dave Stewart. De jazzy-indruk die het nummer achterlaat roept associaties op met Brian Augers Oblivion Express. De tekst handelt over het leven als min of meer beginnende muzikanten. Een leven dat met name bestaat uit het hangend in de achterbak van de bestelauto op weg zijn van café naar muziekzaal op het Engelse platteland: 'we ate and loved and slept and no-one was to blame'. 'Contrasong' is een up-tempo nummer dat gedomineerd wordt door een blazerssectie onder leiding van de in psychedelische kringen beruchte tenorsaxofonist Bob Downes. Campbell zingt alsof hij op de hielen wordt gezeten en het lijkt wel alsof hij de tekst 'rapt', al was dat toen nog niet uitgevonden. Een knap nummer.
Het doortrekken van een toilet markeert de start van 'Boilk', een experimentele track waarin een thema van Bach is verwerkt. Het is zo'n typisch psychedelisch nummer zoals men dat alleen maar in die tijd kon maken. Het zou niet misstaan hebben op de setlist van de vroege Pink Floyd. Ronduit indrukwekkend is het 20 minuten durende instrumentale 'Long Piece No. 3'. Hier komen complexiteit en experiment samen, hetgeen bijna niet anders dan kan resulteren in een avant-gardistisch geheel dat meerdere malen moet worden beluisterd voordat de geheimen worden prijsgegeven. En natuurlijk staat daarin het heerlijke hammondgeluid van Dave Stewart centraal.
'The Polite Force' is een niet gemakkelijk werkstuk dat door de liefhebbers van de Canterbury sound niet mag worden gemist in de verzameling. Het maakt de chronologische lijnen tussen de diverse bands goed zichtbaar. Bovendien is het na enige draaibeurten in alle opzichten genieten.
JoJo (2003)


Bezetting:
Mont Campbell - bass, vocals
Dave Stewart - organ, piano
Clive Brooks - drums

Discografie:
Egg (1969)
Polite Force (1970)
Civil Surface (1974)
Seven is a Jolly Good Time (compilatie van het eerste album en singles) (1985)