Reviews E

Echolyn - The End is Beautiful (2005)

Label: Velveteen
Bandsite:
echolyn.com
Duur: 55:50
Reviewer: JoJo
Waardering:
@ @ @ @ @ (max. score JoJo's)

Als fervent liefhebber van progressieve muziek in het algemeen en van jaren zeventig icoon Gentle Giant in het bijzonder, valt de Amerikaanse band Echolyn niet te missen. Want Echolyn heeft het laatste anderhalve decennium nogal wat neergezet.
De band begon wat aarzelend in 1991 met ‘Echolyn’. Gelukkig maar want bands die direct met een meesterwerk op de proppen komen vallen nadien vaak in een groot en zwart gat. Opvolger ‘Suffocating the Bloom’ liet echter al groei horen naar een doordacht eigen geluid. In de navolgende vier werken werd deze ontwikkeling doorgezet met als tussentijds hoogtepunt het prachtige ‘Mei’ uit 2002. De werkwijze bleef al die jaren hetzelfde: improvisatie als startpunt en invalshoek voor de uiteindelijke melodielijnen en arrangementen. Ook op hun nieuwste album, waar de tracks vaak zijn ontstaan vanuit de ritmes die door drummer Paul Ramsey zijn neergelegd tijdens studio- en/of live-improvisaties. Wat ook stabiel bleef in de tijd was de hoorbare invloed van Gentle Giant. Complexe ritmes en breaks, parellelspel tussen gitaar en keys en a-tonische (samen)zang zijn daar de belangrijkste uitingen van. Hoewel de reus aardig bleef, maakte Gentle Giant een wending naar steviger progrock. Wederom een parallel want ook Echolyn, waar overigens bassist Tom Hyatt terug is als vast lid, klinkt op ‘The End is Beautiful’ soms harder en minder lieflijk dan op ‘Mei’.
De Amerikanen komen overtuigend uit de startblokken met ‘Georgia Pine’, waarvan het door de ritmegitaar gedomineerde thema en het aanstekelijke refrein lang blijven doorzingen. Zo ook de gierende, ouderwets klinkende synthesizersolo. ‘Heavy Blue Miles’ handelt over de manier waarop angst door politici, godsdiensten en de media wordt gebruikt c.q. misbruikt om ons geweten en gevoel te manipuleren. Het is een wonderschone naar een climax opgebouwde track met veel verrassingen en met de ‘comeback’ – in 1993 deed men dat al eerder - van een volledige blazerssectie die het geluid nog meer ‘body’ geeft. Hetzelfde geldt voor een ander hoogtepunt ‘Lovesick Morning’ - wie kent dat gevoel niet - waarin de romantiek zowel in tekst als muziek een grote rol speelt. Luisterend naar ‘Make Me Sway’ doemt een wellicht verrassende vergelijking met de bijzondere muziek van Faith No More op. Er wordt gezongen à la Mike Patton en de strakke, harde ritmes herinneren aan deze band. Ook op andere momenten heb ik die associatie zoals in ‘So Ready’. In de titeltrack, in ‘The Arc of Descent’ en in afsluiter ‘Misery not Memory’ stijgt de band tot grote proghoogtes. Vooral het geweldige orgelspel van Buzby, de symfonische vocale arrangementen en het aanstekelijke samenspel vallen op.
Na het geweldige ‘Mei’ had ik mijn twijfels of Echolyn erin zou slagen het hoge niveau vast te houden en tevens nog een stap vooruit te zetten. Alle complimenten aan de band want het is in alle opzichten gelukt. Een meesterwerk laten volgen door een meesterwerk is niet iedereen gegeven. En er zit nog groei in. De uiteindelijke bestemming zal prachtig zijn.
JoJo (09-2005)

Bezetting:
Christopher Buzby - keyboards, backing vocals
Brett Kull - guitars, lead and backing vocals
Paul Ramsey - drums, percussion, backing vocals
Ray Weston - lead and backing vocals
Tom Hyatt - bass, backing vocals

Discografie:
Echolyn (1991)
Suffocating the Bloom (1992)
…And every Blossom (1993)
As the world (1995)
When the Sweet Turns Sour (1996)
Cowboy Poems Free (2000)
Mei (2002)
ProgFest '94: The Official Bootleg (2002)
Official Live Bootleg: Jersey Tomato (2003)
As the world (reissue) (2005)
The End is Beautiful (2005)